Volgsystemen

CEGO Onderzoek & Ontwikkeling heeft verschillende volgsystemen ontwikkeld, respectievelijk voor de kinderopvang, kleuter, basis- en secundair onderwijs.

ZiKo-Vo

ZiKo-Vo staat voor Zelfevaluatie-Instrument voor de Kinderopvang: Kindvolgsysteem. Het is een kindvolgsysteem voor baby’s en peuters van 0 tot 3 jaar. ZiKo-Vo richt zich in de eerste plaats tot onthaalouders, maar is ook bruikbaar in andere opvangsituaties voor baby’s en peuters. Het instrument heeft als doel een kritische blik te werpen op de eigen opvang. Dit doet men door om de zoveel maanden een portret in te vullen van elk van de kinderen in de opvang. Op basis van dit portret kan de onthaalouder of kinderbegeleider een actie ondernemen voor de opvang in het algemeen (spoor 1) of een voor een individueel kind (spoor 2).

ZiKo-Vo stelt de beleving van kinderen centraal. Het biedt een stramien om gericht te observeren en van daaruit acties te ondernemen die aansluiten bij de beleving en de ontwikkeling van elk kind. Het uitgangspunt van het systeem blijft de vraag: Hoe goed voelt dit kind zich in de opvang (welbevinden) en hoe geboeid is het bezig (betrokkenheid)? Wanneer je als begeleider het systeem regelmatig gebruikt, zullen welbevinden en betrokkenheid centraal komen te staan in je werken met kinderen.

Op die manier krijg je automatisch heel wat informatie over je eigen aanpak. Je kunt vaststellen wanneer je aanpak aansluit bij de beleving van het kind, wat het welbevinden en de betrokkenheid van het kind vergroot, op welke manieren je het kind in zijn ontwikkeling kunt stimuleren… Het versterkt je als begeleider en alle kinderen zullen daarvan profiteren. Je werkt ervaringsgericht omdat je aansluit bij de beleving van het kind.

Dit systeem wil het kind als geheel meenemen: zijn beleving én zijn ontwikkeling. De begeleider vult stap voor stap een portret van het kind in. Allereerst kijkt hij naar hoe het kind het maakt in de opvang. Als het zich goed voelt (welbevinden) en intens bezig kan zijn (betrokkenheid), weet de begeleider dat zijn aanpak aansluit bij wat het kind nodig heeft. De begeleider bekijkt ook of het kind in ontwikkeling is. Tot slot noteert hij hoe het kind ondersteund kan worden.

MijnPortret

MijnPortret is een kindvolgsysteem om kleuters gericht te observeren en van daaruit te reageren. Het heeft tot doel:

  • kleuters beter te leren kennen
  • de ontwikkeling van een kleuter te volgen met bijzondere aandacht voor welbevinden (Hoe goed voelt dit kind zich?) en betrokkenheid (Hoe geboeid is het kind bezig?)
  • de talenten van een kleuter te ontdekken, te zoeken naar de interessegebieden van elke kleuter en zijn/haar relaties met anderen.

MijnPortret maakt een aanpak op maat van elk kind mogelijk. Met MijnPortret maakt de begeleider een ‘portret’ van elk kind. Op één voorgestructuurd blad beschrijft de begeleider zijn beeld van het kind, hoe hij het kind kent. Hier zijn het welbevinden en de betrokkenheid van het kind steeds het richtpunt.

Dit wordt aangevuld met de interessegebieden van het kind en een kijk op zijn/haar relaties met anderen. De ontwikkeling wordt gevolgd in 9 ontwikkelingsgebieden: grote motoriek, kleine motoriek, taal, sociale ontwikkeling, logisch en wiskundig, begrijpen van de fysische wereld, goed in je vel zitten, muzische expressie en zelfsturing/ondernemen. Hierbij ligt de nadruk telkens op het positieve: op wat het kind allemaal al kan en niet op wat het niet kan. Op de achterkant van het portret is er ruimte om een foto van het kind te plakken, het kind iets van zichzelf te laten tekenen, anekdotes te noteren, een foto van een feestje toe te voegen, enz.

Afhankelijk van de situatie kan het portret drie tot vijf keer per jaar ingevuld worden. Het ingevulde portret inspireert tot acties en interventies om de ontwikkeling van het kind te bevorderen. Doordat zowel ouders als leerkrachten en begeleiders dit portret kunnen in- of aanvullen biedt dit een kapstok om de communicatie tussen ouders en de leerkracht en binnen het leerkrachtenteam te verrijken.

Publicaties:

Website:

http://www.averbode.be/mijnportret

Looqin KVS

Looqin KVS is een digitaal procesgericht kindvolgsysteem voor de volledige basisschool. In Looqin KVS komt nagenoeg de volledige expertise bij elkaar die in het EGO traject sedert 1976 werd ontwikkeld. Het drijft op de inzichten die tot stand zijn gekomen in de loop van honderden kleinere en grotere studies en in een lange track record van (na)vorming en coaching.

Looqin KVS ademt de ‘ervaringsgerichte’ benadering. In elk onderdeel wordt men uitgenodigd om dichter bij de complexe realiteit te komen van wat zich ‘aan de overkant’ afspeelt, m.n. wat het voor kinderen betekent om zich in de schoolcontext te bevinden, hoe ze de aanpak beleven, hoe ze zich tot de groep en leerkracht verhouden, alsook wat de inhoud en kwaliteit is van de ervaringen die ze er opdoen. Die benadering levert inzichten op om de krachtigst mogelijke omgeving te scheppen, met optimale afstemming op wat kinderen vanuit hun individueel profiel en als groep nodig hebben in het licht van de ontwikkelingsdoelen/eindtermen/kerndoelen die door de samenleving voorop zijn gesteld.

Belangrijk in Looqin KVS is dat niet het individuele kind het eerste uitgangspunt vormt, maar de klas. De leraar focust eerst op de hele klas (spoor 1) en daarna op het individu (spoor 2). Spoor 1 brengt welbevinden, betrokkenheid en eventueel competenties en prestaties van alle kinderen in beeld. De screening is gebaseerd op alle impressies die de leraar de voorbije weken – op informele én op systematische wijze – heeft verzameld omtrent het functioneren van het kind en wordt in principe een drietal keer per jaar uitgevoerd. Deze klasgegevens vormen het eerste uitgangspunt voor actie van de leraar om de leeromgeving te optimaliseren. Looqin KVS heeft een grote database met interventies: ideeën en acties die leraren helpen om de betrokkenheid en het welbevinden van kinderen te verhogen. Alleen kinderen die echt extra aandacht nodig hebben, worden op spoor 2 specifieker in beeld gebracht. Hierbij focust Looqin KVS vooral op de sterke kanten van een kind, de stimulerende factoren.

Klik hier voor meer informatie.

Ferre Laevers over de kracht van Looqin:

Website:

https://www.looqin.co/be/kvs-home/

Looqin JoPSI

Looqin JoPSI is een digitaal JongerenProcesgerichtScreeningsinstrument voor het Secundair Onderwijs. De centrale vraag in LOOQIN JoPSI is: Hoe maakt ‘elke’ jongere het in onze school, in deze klasgroep, bij deze leerkrachten? De vraag ‘hoe jongeren het maken’ valt uiteen in twee deelvragen: hoe is het gesteld met hun welbevinden en wat kunnen we over hun betrokkenheid zeggen? We concentreren ons met andere woorden op aanwijzingen die met het proces in de jongere te maken hebben. Via een procesgerichte benadering willen wij dat leerkrachten en jongeren geleidelijk aan scherpere antwoorden kunnen geven op onderstaande vragen:

  • Hoe reageer ik (de jongere) op al de onderwijsinspanningen van mijn leerkrachten?
  • Welke jongeren bereik ik (de leerkracht) via mijn huidige lesaanpak en stijl?
  • Is de leeromgeving krachtig genoeg voor ‘alle’ jongeren?
  • Krijgen ‘alle’ jongeren de nodige zorg en ondersteuning op onze school?
  • Profiteert iedereen van de inspanningen die we als schoolteam leveren?
  • Wat kan ik als jongere en ik als leerkracht of klasteam anders aanpakken?

LOOQIN JoPSI helpt jongeren om stil te staan bij een aantal factoren die een invloed hebben op hun goed voelen, hun motivatie, hun betrokkenheid en hun relaties binnen de schoolcontext. We maken hierbij uitdrukkelijk onderscheid tussen:

  • factoren in de context (infrastructuur en organisatie, lessen en opdrachten, de begeleiding, de leerkrachten, de medeleerlingen…);
  • factoren in de jongeren zelf (houding, aanpak, motivatie en interesse, communicatievaardigheden …).

Met behulp van dit instrument ontdekken leerkrachten vanuit de feedback van leerlingen hoe hun onderwijsaanpak en het onderwijsaanbod beter af te stemmen op de noden en behoeften van déze concrete jongerenpopulatie. De verwerking van de bevraging van een klasgroep, van een jaar of graad binnen een studierichting … kunnen immers indicaties geven van waar het efficiënter kan in het studiegebied. Zo kunnen gesprekken tussen jongeren en leerkrachten, coördinatoren, vakwerkgroepen al heel wat suggesties voor bijsturing opleveren. Door het inbrengen van het onderscheid tussen contextfactoren en factoren in zichzelf, worden jongeren geleid naar het genuanceerder stilstaan bij hun eigen functioneren zodat zij zelf preciezer leren op te zoeken wat zij voor hun ontwikkeling nodig hebben. LOOQIN JoPSI spreekt daarom ook de verantwoordelijkheid van de jongeren aan.

Meer info over LOOQIN JoPSI vind je hier.