Kwaliteitszorg in woonzorgcentra

EGO vertrekt vanuit de procesgerichte invalshoek om te kijken naar kwaliteit in woonzorgcentra.

Zorgcentrum

Aandacht voor kwaliteitszorg in voorzieningen voor ouderen… het is niet nieuw. De focus ligt echter vaak op de kwaliteit van de medische en lichamelijke verzorging. Het belang hiervan mag uiteraard niet onderschat worden, maar wij verleggen het accent naar de beleving van de bewoners: hoe is het voor hen om in een woonzorgcentrum te wonen, te leven? Hoe maken ze het? Het spectrum van bepalende factoren voor het zich al dan niet goed voelen van bewoners blijkt veel breder te gaan dan enkel de kwaliteit van de basiszorg.

Waar het belang van welbevinden in de ouderenzorg niet betwist kan worden, lijkt het voor betrokkenheid minder vanzelfsprekend. Ze geven respectievelijk de ‘warmtegraad’ en de ‘activeringsgraad’ van elke voorziening weer. Betrokkenheid is immers een conditie voor deep-level-learning. Zijn ouderen al niet aan het eind van hun (competentie)ontwikkeling? Moeten we er niet vooral voor zorgen dat ze van rust kunnen genieten? Die veronderstelling moet van de hand gewezen worden. Om te beginnen helpt een aanpak die op betrokkenheid inzet, de teloorgang van competenties af te remmen. Competenties verwijzen naar het succes waarmee een persoon zich in een veelheid van situaties uit de slag trekt, het gemak waarmee iemand nieuwe informatie verwerkt en bijleert. Medicatie is voor het behoud hiervan niet de eerste ingang, wel het scheppen van een omgeving waarin voldoende prikkels voor handen zijn om (mentale) activiteit uit te lokken. De competenties horen daarbij op allerlei gebieden te liggen, van kleine en grote motoriek, over het begrijpen van de wereld (fysische en sociale) als taal- en communicatievaardigheid, zelfsturing en ondernemingszin.

Bovendien gaat het bij betrokkenheid om meer dan het behoud van de competenties. Ouderen bevinden zich immers in een levensfase waarin ontwikkeling nog volop aan de gang is. Zo moet men zich aanpassen aan een nieuwe omgeving, ontdekken hoe het woonzorgcentrum werkt, de eigen positie binnen de groep vinden, … Het is best beangstigend om helemaal opnieuw te beginnen, maar tegelijk geeft de nieuwe omgeving een kans om de eigen capaciteiten ten volle aan te spreken en zo te versterken of verder te ontwikkelen. Daar hoort bij dat het om een levensfase gaat met een specifieke ‘opdracht’: de integratie van de levenservaringen in het perspectief van het levenseinde. De bekroning hiervan is – idealiter – het punt bereiken waarop men zich klaar kan voelen voor het definitieve en onomkeerbare afscheid van het leven. Dat vraagt natuurlijk een context die dit mogelijk maakt.

Waar welbevinden op zich wel een toestand is waarin men basisbehoeften bevredigd ziet, voegt de voldoening die betrokkenheid met zich meebrengt daar heel wat aan toe. Betrokkenheid versterkt het zelfwaardegevoel, het geeft zin aan het leven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de condities van welbevinden en betrokkenheid samen een vitaliserend effect hebben en tot de fysieke gezondheid bijdragen.

De vraag of en hoe concepten en instrumenten die ontwikkeld werden voor de educatieve sector overdraagbaar zouden zijn op de wereld van de ouderenzorg kunnen we na een intensief traject in twee opeenvolgende projecten positief en met de nodige onderbouwing beantwoorden. Het eindrapport belicht hoe we met de bril van ‘welbevinden’ en ‘betrokkenheid’ gestalte kunnen geven aan een belevingsgerichte benadering van kwaliteit. We reiken instrumenten aan die de toets van de praktijk hebben doorstaan als componenten van een geïntegreerd kwaliteitszorgsysteem. We kunnen ook rijkelijk illustreren wat zoal te oogsten valt als men systematisch het perspectief van de bewoner in zijn doen en laten meeneemt.

Instrumenten

Contextgegevens

Onze brede maatschappelijke context

Procesgegevens bewoners

LBS, Leuvense Betrokkenheidsschaal
LWS, Leuvense Welbevindenschaal
Het screeningsinstrument voor welbevinden en betrokkenheid
Instrument belevingsgerichte observaties
Fiche ‘Beeld van de bewoner’

Medewerkers / vrijwilligers / familie

Bevraging ‘Hoe maak ik het hier?

Aanpak

Checklist kwaliteit

Bronnen

Van Cleynenbreugel, C., & Laevers, F. (2011). Hoe maken ze het eigenlijk? Welbevinden en betrokkenheid als richtsnoeren voor een kwaliteitsvolle aanpak in woonzorgcentra. In T. Wijnen (Red.), Praktijkboek kwaliteitszorg in welzijnsvoorzieningen (pp. 1348-1364). Brussel:

Van-Cleynenbreugel, C., & Laevers, F. (2012). Hoe maken ze het eigenlijk? Welbevinden en betrokkenheid als richtsnoeren voor een kwaliteitsvolle aanpak in woonzorgcentra. Zorgmagazine, 3, 28-31.

Van Cleynenbreugel, C., Herbots, E., Moons, J., & Laevers, F. (2011). Welbevinden en betrokkenheid als richtsnoeren voor een kwaliteitsvolle aanpak in rust- en verzorgingstehuizen. Ontwikkeling van een instrument voor zelfevaluatie. Eindverslag. (Niet-gepubliceerd rapport). Leuven: ExpertiseCentrum voor ErvaringsGericht Onderwijs, KU Leuven.

Van Cleynenbreugel, C., & Laevers, F. (2013). Naar een kwaliteitsvolle aanpak in woonzorgcentra. Welbevinden en betrokkenheid als fundament voor zelfevaluatie. Eindverslag. (Niet-gepubliceerd rapport). Leuven: Expertisecentrum voor ErvaringsGericht Onderwijs, KU Leuven.

Van Cleynenbreugel, C., & Laevers, F. (2013). Naar een kwaliteitsvolle aanpak in woonzorgcentra. Welbevinden en betrokkenheid als fundament voor zelfevaluatie. Eindverslag. Bijlagen. (Niet-gepubliceerd rapport). Leuven: Expertisecentrum voor ErvaringsGericht Onderwijs, KU Leuven.