Klasklimaat

Om het klasklimaat in kaart te brengen, wordt de ‘Checklist Klasklimaat’ gehanteerd. Dit is een observatieschaal die gebruikt kan worden binnen het onderwijs; van kleuter tot hoger onderwijs. De Checklist Klasklimaat bestaat uit vier subschalen: ‘Sfeer’, ‘Relaties tussen leerlingen’, ‘Relatie met de leerkracht’ en ‘Structuur en regels’.

De dimensie ‘Sfeer’ gaat over de mate waarin men het klasleven als aangenaam kan ervaren, over de mate van collectief welbevinden. De dimensie ‘Relaties tussen leerlingen’ verwijst naar de wijze waarop de leerlingen met elkaar omgaan en naar de kwaliteit van de relaties die ze met elkaar hebben opgebouwd. De dimensie ‘Relatie met de leerkracht’ verwijst naar de manier waarop leerkracht en leerlingen met elkaar omgaan en naar de kwaliteit van die relatie. Het klimaat wordt bepaald door de mate waarin het klasleven een vlot verloop kent en meer bepaald de wijze waarop leerlingen omgaan met ‘Structuur en regels’.

Iedere subschaal bestaat uit een aantal subitems die gescoord worden op een zespuntenschaal en één globaal item dat gescoord wordt op een zevenpuntenschaal. Elke dimensie wordt geconcretiseerd in een aantal items waarin twee beschreven tegenpolen de uitersten vormen van een zespuntenschaal. De score op de 7-puntenschaal geeft een meer globaal oordeel waarbij de totaalindruk die je over een dimensie hebt belangrijker is dan de scores op de items.

Meer info vind je hier.