Leuvense Welbevindenschaal (LWS)

De Leuvense Welbevindenschaal, kortweg LWS, is een observatieschaal om het welbevinden van baby’s, peuters, kleuters, kinderen, jongeren en volwassenen te meten.

Met de Leuvense Welbevindenschaal maak je op basis van observatie een inschatting van hoe ‘goed iemand zich doorgaans voelt’ binnen een bepaalde context of situatie. Op basis van een scanning krijgt de geobserveerde een score op een 5-puntenschaal, waarbij ook halve punten kunnen worden toegekend (1+, 2+, 3+ of 4+).

Bij de observatie van het welbevinden van een persoon worden een aantal signalen meegenomen ter inschatting van het niveau: genieten, spontaan en zichzelf zijn, ontspannen zijn, zich open opstellen, levenslust uitstralen, zich zelfzeker voelen. Welbevinden is in essentie een beleving die optreedt wanneer de interactie met de omgeving zo verloopt dat aan basisbehoeften wordt voldaan.

Welbevinden is een signaal dat mensen het op emotioneel vlak goed maken. De screening van welbevinden maakt het mogelijk om een onderscheid te maken tussen 3 groepen: 1) ‘Alles gaat goed, hij/zij voelt zich goed’ (score 4-5, 2) ‘Vraagt onze aandacht’ (score 2+ tot 3+ en 3) ‘Hier moet men ter hulp snellen’ (score 1-2). Lage welbevindenscores hebben een alarmfunctie en signaleren ons dat een persoon in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling bedreigd is.

Meer info vind je hier